Home » Vrouwenorganisaties: een anachronisme of broodnodig?

Vrouwenorganisaties: een anachronisme of broodnodig?

Vrouwenorganisaties: een anachronisme of broodnodig?

20 september 2021

De laatste weken kwam de werking en het bestaansrecht van vrouwenorganisaties zowel op sociale media als in de pers onder druk. De aanleiding voor deze discussies zijn vaak niet meer dan een fait divers te noemen. Een apart zwemuurtje voor vrouwen, een staatssecretaris die deelneemt aan een wandeling voor vrouwen, een econome die pleit voor het delen van pensioenjaren… Meer is er niet nodig om te roepen dat er geen nood is aan vrouwenorganisaties want dat vrouwen hierdoor een aparte maatschappij organiseren, dat de rol van feminisme is uitgespeeld, dat vrouwenrechtenactivistes verzuurde trollen zijn.

Wij zijn van mening dat vrouwenorganisaties, feminisme en vrouwenrechtenactivisme meer dan ooit nodig zijn. Vrouwenorganisaties hebben niet als doel een aparte samenleving te creëren zonder mannen maar om steeds en onvermoeibaar een netwerk te creëren van gelijkgezinde dames om kennis en ervaringen te delen, om elkaar sterker te maken en te steunen. Zonder het activisme van pakweg de suffragettes hadden vrouwen nu nog steeds geen stemrecht. De Dolle Mina’s vroegen in de jaren ‘70 gelijkberechtiging van vrouwen en mannen. Het getuigt van bijzonder weinig respect voor onze moeders, grootmoeders, overgrootmoeders nu te stellen dat activistisch feminisme geen plaats meer heeft in de maatschappij omdat vrouwen, in België, gelijke rechten hebben.

Ook al zijn we voor de wet gelijk, in de praktijk blijven vrouwen op veel plaatsen en in vele situaties ongelijk behandeld. De gevolgen van de coronapandemie en de opeenvolgende lockdowns zijn vooral voelbaar voor vrouwen. Door het telewerken worden zij vaker teruggeduwd in de traditionele rol van huisvrouw. Ook steeg het aantal gevallen van partnergeweld tegen vrouwen tijdens de lockdown. Vrouwen(rechten)organisaties zijn ook niet blind voor het onrecht dat vrouwen te beurt valt op andere plaatsen. In Afghanistan staan de verworven vrouwenrechten sinds de terugkeer van de Taliban zwaar onder druk. In België organiseerde Isabelle Gatti de Gamond in 1865 het onderwijs gericht op meisjes. Sindsdien legden wij een hele weg af en is de toegang tot onderwijs voor meisjes vanzelfsprekend. In Afghanistan wordt dit recht nu dagdagelijks ingeperkt. Het begint onschuldig, met les krijgen in aparte lokalen van andere lesgevers, en het eindigt bij het ontzeggen van onderwijs aan meisjes.

Sommigen verwijten vrouwenorganisaties een aparte samenleving te willen creëren voor vrouwen. Niks is echter minder waar. Door het bestaan van organisaties en plaatsen waar specifiek aandacht en tijd is om problematieken waarmee vooral vrouwen worden geconfronteerd te bespreken, maken we vrouwen sterker en versterken we de positie van de vrouw in een samenleving waar ook mannen deel van uitmaken. Er zijn nu eenmaal zaken waarover men makkelijker praat met mensen die hetzelfde meemaken.

Ook in Westerse landen staan vrouwenrechten trouwens onder druk. In Texas is abortus nu verboden na 6 weken. Veel vrouwen ontdekken pas dat ze zwanger zijn na 8 à 9 weken of later. De facto staat dit gelijk aan het verbieden van abortus. Een opschrift van een T-shirt van één van de betogers tegen de wet luidt: Against abortion? Get a vasectomy! Deze uitspraak vat het probleem samen: Het is maar al te makkelijk om wetten goed te keuren die geen enkele invloed hebben op uw lichaam, uw leven, uw toekomst, uw heden. Ook sommige mannen zijn feministen en er zijn ook vrouwen die het niet zijn. Sommige vrouwen voelen zich nu eenmaal comfortabel in hun traditionele rol. En dat mag, als dit de eigen keuze is. Maar als vrouwen zich niet langer verenigen om te vechten voor gelijke berechtiging en behandeling, om ervaringen en kennis uit te wisselen, om elkaar sterker te maken, kan dit ook hier gebeuren. Willen vrouwenorganisaties een aparte samenleving? Uiteraard niet. Zijn alle mannen seksistisch en alle vrouwen feministen? Ook niet. Er is en er blijft nood aan organisaties die van het vechten voor gelijke rechten en gelijke behandeling hun doel en hun missie maken.