#voorjoulucienne: Het werk is niet af
7 april 2015
Door Aviva Dierckx.
Verschenen in Het Volksbelang (April 2015)
In 2015 is het vijfentwintig jaar geleden dat België een abortuswet kreeg. Die verjaardag nodigt tot debatten, studiedagen, campagnes, getuigenissen. Vieringen ? Niet echt. Want het werk, waarvoor Lucienne Herman-Michielsen zich zo heeft ingezet, is niet af. Eerder is het, na 25 jaar, tijd om alle losse draadjes eindelijk in te stoppen. Natuurlijk moeten daarvoor ook weer liberalen hun nek durven uitsteken.
In 1978 diende senator Lucienne Herman-Michielsen een eerste voorstel tot herziening van de abortuswet in, waarvoor geen parlementaire meerderheid was. Pas in 1985, samen met Franstalige socialisten, kwam een nieuwe kans: ’86 indiening in de Senaat, ’89 aldaar goedgekeurd, 29 maart ’90 in de Kamer, en finaal, na nog een kwestietje met de koning, bekrachtigd op 3 april 1990.
Sinds 25 jaar kunnen vrouwen in ons land dus “vrij kiezen”, “baas zijn in eigen buik”, “zelfbeschikkingsrecht” hebben… Hoewel! De wet geeft mogelijkheden, maar niet alle – immers was zij resultaat van heel wat compromissen. Abortus kàn in België, in bepaalde omstandigheden, en met medische en psychosociale omkadering. Technisch geformuleerd is abortus in België gedeeltelijk gedepenaliseerd tot 12 weken gestatie (dat betekent ‘dracht’, maar in de wet vond men dat niet deftig klinken). Sinds 2002 wordt abortus ook vergoed door het ziekenfonds.
Wanneer we 25 jaar later een stand van zaken opmaken, kunnen we kijken naar twee dingen. Wat hebben we vorige keer niet gedaan gekregen? En: in welke mate weten we nu wetenschappelijk meer en/of zijn de geesten meer opgeschoven? Beide elementen samen kunnen ons brengen tot een ‘up-date’ van de huidige wetgeving. En die is aan de orde, jawel!
Uit het strafrecht halen
Sinds 1990 is abortus dus geen misdrijf meer indien het gebeurt onder de voorwaarden. Maar die staan –oude erfenis- vermeld in het Strafwetboek. Daar wringt het schoentje: er is nood om dat negativisme weg te werken. Immers zijn deze voorwaarden zoals geformuleerd in de Wet van 3 april 1990 gewoon procedures en richtlijnen voor de hulpverlening en eventuele medische behandeling van ongewenst zwangere vrouwen. Dit hoort echt onder geen beding in de stràfwet te staan.
12 weken en meer
Zowel medisch en in de geesten van de mensen vond men in 1990 dat een abortus mogelijk maken tot 12 weken dracht (dat is 14 weken amenorroe, uitblijven van menstruatie) echt wel de limiet was. Behàlve indien na die 12 weken er een ernstig probleem voor gezondheid van de vrouw of van de vrucht zou zijn.
Intussen zien we evoluties daarin. Maar het feit dat in onze wetgeving de teller stilstaat op 12 weken, betekent dat Belgische vrouwen met een andere dan medische motivatie voor hun abortus, er geen kunnen krijgen. Het houdt concreet in dat jaarlijks meer dan 500 Belgische vrouwen na 12 weken hun abortus laten uitvoeren in Nederland (waar het wettelijk kan tot 20 weken dracht) of in Engeland (tot 22 weken).
Neutraal en wetenschappelijk
Om de modaliteiten voor een abortus te kaderen, werd bij wet van 13 augustus 1990 de samenstelling van een nationale evaluatiecommissie alsook de inhoud van een registratiedocument vastgelegd. 25 jaar later lijkt het heel wat normaler dat die commissie omgevormd zou worden tot een neutrale, onafhankelijke wen wetenschappelijke commissie die onderbouwde data verzamelt. Het enige doel van zo’n commissie, in deze tijd, zou nog kunnen zijn om wetenschappelijk onderzoek te laten bijdragen aan de verbetering van de kwaliteit van de hulpverlening bij abortus en ongewenste zwangerschap.
Voorkomen en genezen
Ook de manier van infoverstrekking en van preventievoering is misschien aan up-date toe. Er wordt emotionele desinformatie de wereld ingestuurd door tegenstanders van abortus en geboortebeperking. Het zou helpen indien er neutrale info zowel inhoudelijk als wat betreft adressen van hulpverlening door overheidskanalen verspreid wordt. Dit verlaagt voor hulpzoekers de drempel én zorgt dat ze niet per ongeluk belanden bij organisaties die hen willen stigmatiseren of ontraden. Daar ligt ook nog de uitdaging om respectvolle en neutrale attitudes bij hulpverleners te stimuleren via de leerplannen van psychosociale, medische en paramedische opleidingen.
Blauw voortouw?
Naar aanleiding van de ‘verjaardag’ 25 abortuswet in België gaan heel wat debatten en studiedagen door, en het valt op dat naast deskundigen en hulpverleners ook heel wat politici daaraan deelnemen. Het valt nog meer op, dat er weinig of geen liberale namen in de panels zitten. Alsof de inzet van Lucienne Herman-Michielsen geen draagkracht naar de toekomst zou hebben. Haar inzet uit het verleden verdient een eresaluut. En nu is het tijd voor andere liberalen om zich dringend aan te melden om het werk verder te zetten, en de wetgeving die 25 jaar geleden nog al te veel compromissen kende, dringend te vervolmaken.