“Ik ben besneden toen ik vijf was” – Assita Kanko
6 februari 2018
Vrouwen met een mening, vrouwen met expertise ter zake, vrouwen die nu eens echt iets kwijt willen. De Liberale Vrouwen geven vrijgevochten vrouwen een forum via onze nieuwe blog “feminae liberae”. Vandaag, op 6 februari, is het de Internationale Dag tegen Vrouwenbesnijdenis. Assita Kanko kroop voor ons in haar pen om deze verschrikkelijke praktijk aan de kaak te stellen.
Plots worden ze gezien als een vrouw met een arsenaal aan onaangename plichten en geen enkele rechten. Ze lijden pijn omdat ze als vrouw geboren zijn. En vandaag de dag gaat de verminking door. Elke jaar weer vallen er minstens 3 miljoen slachtoffers. Ook in het Westen. Vorig jaar bijvoorbeeld werd een Amerikaanse arts veroordeeld omdat zij jonge meisjes genitaal verminkte.
De verminking gaat door in de verre dorpen in Afrika, maar ook in het geheim binnen besloten gemeenschappen in Europese wijken.
“Soms lijkt het een straf als vrouw geboren te worden,” zo zei mijn moeder soms. In sommige omstandigheden is het inderdaad ook een straf want behalve de dagelijkse pijn en plichten blijf je soms ook onzichtbaar. Dat is nog een extra straf.
Vandaag de dag, waarin wereldwijd 200 miljoen slachtoffers leven, blijven genitale verminkingen doorgaan.
Kunnen wij daar iets aan doen? Natuurlijk. Door deze meisjes op alle vlakken weer zichtbaar te maken. Voor het recht maar ook als maatschappij.
Wie zijn zij? Wat zijn hun dromen? Wat willen ze bereiken? Weten ze hoe slim en geweldig ze zijn?
Deze macht kunnen ze veroveren. Macht over hun angsten en over het onrecht. Met de hulp van al diegenen die in hun blijven geloven en dat ook zeggen.
Toen we de aflevering van voor de VRT in Frankrijk aan het draaien waren, vroegen journaliste Annemie Struyf en vriendin Monique mij wat ze nog konden doen. “Voor de meisjes”.
Ze hadden het gevoel dat ze niet genoeg deden voor de meisjes in Kenia. Ik zag wél wat ze deden. Zoals toen één van de meisjes die in Kenia naar het vluchthuis kwam om zich te verstoppen en op die manier kon ontsnappen aan de genitale verminking, en aan de daarmee gepaard gaande plichten zoals een gedwongen huwelijk (want je bent er toch klaar voor), het einde van onderwijs voor haar, enz.…
“Wij kunnen er iets aan doen”. En ik zag hoe dat meisje in haar dromen bleef geloven en dat als houvast meenam wanneer niemand meer keek. Ze werd gezien. Iemand had haar en haar dromen gezien. En daarom alleen al kreeg ze hoop. Die iemand was Annemie. Die iemand was Monique. De medewerkers daar in het land die elke dag hun best deden om de meisjes te beschermen. De familieleden die de meisjes hielpen vluchten. Ondernemers die jobs en financiële vrijheid mogelijk maakten. Iedereen kan meehelpen. Gezien worden, meedoen. Dat is gered worden.
Ik vraag me af hoe vaak dat gevoel ontbreekt om gezien te worden en op die manier erkend te worden als een volwaardig mens die dromen heeft en daarover kan vertellen. Er is dan onmiddellijk hoop. Alles wat je mag dromen kan je dan beginnen te verwezenlijken.
Meisjes die de verminking ondergaan, zijn vaak gedwongen om onzichtbaar te blijven en aan zichzelf te gaan twijfelen. Ik weet hoe het voelt. Wat wij nu kunnen doen, is ervoor zorgen dat we nooit medeplichtig zijn omdat we zwijgen. We moeten ervoor zorgen dat we positief bijdragen door deze meisjes juridisch, zakelijk en menselijk bij te staan. Want zij verdienen Want zij verdienen respect en géén onverschilligheid.
Assita Kanko
Oprichter van Polin
Schrijfster en politica