Home » Aviva’s Column: Een coupeke

Aviva’s Column: Een coupeke

Aviva’s Column: Een coupeke

26 februari 2018

Een nieuwe garçon weet soms niet wat ze bedoelt, wanneer ze, nog voor haar wat kalende bontjas van de schouders gegleden is, al naar de toog roept: “veur maai eh coupeke”. Misschien dat in biercafés iedereen bij naam gekend is, maar in dit soort etablissementen kun je na meer dan dertig jaar trouwe klandizie hoogstens een ‘herkenningsnaam’ hebben, meestal gebaseerd op je fooi-gedrag of op je bestellingsgewoonten. Haar noemen ze ‘het coupeke’.

Veel kans dat die oude coupe-glazen nu eerder gebruikt worden om een chocolademousse in op te dienen, maar vroeger werd er wel degelijk champagne uit gedronken.

Je ziet ze nog wel op brocantemarkten, mooi geslepen champagnecoupes, vaak in kristal dat heerlijk ‘ping’ doet, of zelfs in gekleurd glas. Die glazen gaan vlot van de hand, wegens prachtig en elegant, maar champagne drinken, daarvoor worden ze niet meer gebruikt. De ene presenteert er het dessert in, de ander een krabcocktail. Of … een drinkbare cocktail zoals een Cosmopolitan. Een vriendin van me heeft een rijtje coupeglazen op haar kaptafel staan, eentje voor ringen, eentje voor oorbellen, etc. Door hun hoogsteligheid blijft er ‘een verdiep lager’ nog plaats genoeg voor haarborstels en crème-potjes. En af en toe doet ze ‘ping’ tegen de rand, kwestie van de dag muzikaal te beginnen.

Die hoogsteligheid was overigens een probleem, moeilijk zonder wiebelen vast te houden als het glas vol is. Vandaar dat eerder de hand onder de coupe gleed, of dat er met een über-sierlijk gebaar ‘ondersteboven’ uit het glas gedronken werd. Al hoorde dat wijn-technisch gezien natuurlijk niet: een hoogstelig glas heeft juist als doel dat je met je warme hand de temperatuur van de inhoud van het glas niet doet stijgen (dat doet de kamertemperatuur immers al voor je).

Alles is wetenschap, maar die betekende dus ook de teloorgang van de coupe als vehikel om de champagne naar de lippen te brengen. Immers is men gaan berekenen dat juist het kenmerkende element van champagne (en iedere mousserende wijn), de bubbels dus, sneller vergaan naarmate het oppervlak dat aan lucht blootgesteld wordt groter is. Ook de geur vervliegt op de manier gezwind. Nu vonden onze voorouders dat meestal geen ramp, want vroeger was het zelfs zaak om die bubbels een handje te helpen om te verdwijnen. Dat gebeurde met een roerstaafje, of zelfs een champagnezweepje met bolletjes aan zilverdraad. Dat lijkt ook nu iets voor maaglijders of barbaren, maar vergeet niet dat wij intussen ‘opgevoed’ zijn door de wijn- en culinaire guru’s. Hoewel, opgevoed? Als je ziet hoe in Britse komische series de “bolly” absolutely maar minder fabulously eerder uit sloten dan uit glazen gedronken wordt …

Hoe dan ook, anno 2015 drinken we champagne uit een flûte. En veel kans dat we stillekesaan nog méér heropgevoed gaan worden, want de nieuwste tendensen voor 2016 zijn dat we best champagne uit een glas zoals dat voor witte wijn drinken. Dit zowel voor het neusgevoel als de bubbelsensatie, maar vooral omdat we inmiddels champagne als een ‘gewone’ wijn gaan beschouwen, die we ook bij het eten kunnen drinken. Heel wat grote champy-huizen lanceren mee die trend door zo’n wijnglazen met hun merk erop in geschenkdozen te stoppen.

En toch, en toch … is het door de bubbels, dat dat luxe-gevoel dat we met champagne associëren nooit helemaal weg te krijgen is? En zelfs afstraalt op de kleine en goedkopere zusjes cava en aanverwanten?

In het Café de l’Opéra, waar zowel de bontjassen als de pluche zetels ouderdomsverschijnselen vertonen, drinkt “het coupeke” inmiddels prosecco uit een wijnglas. Ze heeft smakelijk gelachen met “wit wijntje”, de kreet uit de televisieserie … Maar het moest voor haar wel bubbelen. Dus tegenwoordig moet aan een nieuwe garçon uitgelegd worden dat “het coupeke” weliswaar een wit wijntje bestelt maar een prosecco bedoelt, en niet eens meer in een coupe.

Aviva Dierckx